Alles over boeken, literatuur en lezen.
In dit gastenboek kunt u iets vertellen over de boeken die u aan het lezen bent.
U kunt hier ook citaten gebruiken rond een bepaald thema.
Dit is toegestaan op grond van het auteursrecht, mits het citaat niet langer is dan voor het doel noodzakelijk is en de bron vermeld wordt.
Een citaat moet u dus beperken dat wat nodig is om de link met uw gekozen thema te tonen en u moet aan het eind schrijver, titel, jaar en uitgever noemen.
Dank Marietje, ik heb zo zitten genieten .. Van de ene verbazing in de andere gevallen en zo'n hond wil ik ook! op Reddit is een forum, kun je nog lekker natafelen (lovers/haters) Mooi als afsluiting van iets bijzonders en hopend op een vervolg ..
NanU (23-9-2024 13:52:34), dank voor de tip, inderdaad een geweldige serie!
Deze zomer heb ik genoten van de Waddenthrillers van Mathijs Deen. De schrijver weet een (soms niet eens zo heel) spannend verhaal te combineren met sfeervolle beschrijvingen van de zee en de eilanden en treffende karakterschetsen van de personages.
I.p.v. de leestafel 8 uur lang voor de kijkbuis genieten van de serie Kaos op Netflix, ge-wel-dig! Droog verteld door Prometheus .. echt een aanrader!
Betrekkelijke voornaamwoorden dan maar.
Zoals bijna altijd loopt Limburg hier eeuwen voor op de rest van het land. Vaak hoor ik "wat" in een zin waar je "dat" of "die" zou verwachten, zoals in det maedje waat dao luiptj - het meisje dat daar loopt, of zoals dat inmiddels in de Randstad schijnt te heten: de meisje die daar loopt.
Dat regionale wa(a)t wordt overigens ook ingezet bij woorden die mannelijk of vrouwelijk zijn. Een constructie als de man wat daar woont is niet ongebruikelijk, al krijg ik er als niet-native nog regelmatig jeuk van aan mijn van oorsprong Twentse talenknobbel.
De link zonder slot heb ik verwijderd, gezien onze gevoelige auteursrechtelijke relatie met de Volkskrant
De gewraakte zin behoeft naar mijn bescheiden mening geen correctie. De zin wil alleen de mogelijkheid opperen dat b.v. het "die"-woordje dat wij als betrekkelijk voornaamwoord gebruiken best, efficiënt zelfs, voor alle voornaamwoorden zou kunnen gaan dienen, of ze nu betrekkelijk, bezittelijk, aanwijzend, persoonlijk, onbepaald, bepaald zijn. Ook als lidwoord . Personen/zaken. Die meisje, die..... Die zin, die...
Boeiend en interessant artikel; alleen is bij ; 'die meisje' geen sprake van een betrekkelijk, maar van een aanwijzend voornaamwoord.
Betrekkelijk is het in de zin: 'het meisje, die ....'
(Sorry, maar ik ben enigszins een taalpurist ;-) )
Die meisje…is het even wennen?
Zaterdag 24-08 las ik het artikel “Naamval eruit, lidwoord erin’ in de Volkskrant. Daarin wordt uitgelegd dat de taal een veranderend iets is, omdat we met elkaar de taal spreken. En nieuwe Nederlanders gebruiken (ook) onze taal.
Emeritus hoogleraar historische taalkunde Nicoline van der Sijs, zegt in dat artikel dat taal groeit en niet slijt. Zij kant zich tegen taalpurisme. Het heeft een behoudende kant die anderen uitsluit: de mensen die onze taal leren en gaan spreken.
Uit onderzoek blijkt dat migranten moeite hebben met - onder andere - het traditionele gebruik van het betrekkelijk voornaamwoord. Die, dat, wie,… Zeker als er in het land van hun origine er maar één betrekkelijk voornaamwoord bestaat; ‘die’. Zij nemen dat gebruik mee en hebben het over ‘die meisje’. Van der Sijs zegt verder dat (jonge) mensen die ook dat éne betrekkelijk voornaamwoord gebruiken prima aanvoelen welke kant veranderingen in de taal opgaan.
Is het misschien dus alleen maar even wennen aan: ‘die meisje’? Taal is immers ook een betrekkelijk iets. Elkaar verstaan overstijgt zelfs de gesproken taal.
Ik hoop dat u geen betaalslot tegen komt en het artikel waar nog veel meer boeiende weetjes in staan mag lezen.
Een boek dat alvast twee van mijn hobby's combineert: puzzelen en lezen. Net begonnen, ik ben benieuwd.
Nee Henk
In deze videoversie zie ik geen plothole, want Marcel beweert, dat hij het pak een paar dagen eerder heeft weggegevan aan een zwerver: 24:00-27:00
Ik zie nu pas jouw bericht Nan.
Die site had ik ook al bezocht, ben het met de opmerking eens.
In de film wordt het dus ook niet opgehelderd.
Heb ook een berichtje achtergelaten, maar dat is nog niet geplaatst.
Heb je het boek gelezen Dan?
HenkB, zie deze link
Leuk, zou het graag kijken (Rowan Atkinson) en je bent niet alleen, lees de opmerking onderaan het artikel ..
Zojuist het boek: "Maigret sets a Trap" (Maigret zet een Val) uitgelezen.
Heeft iemand dit boek ook gelezen?
Hoe zat dat nu precies met die afgerukte knoop waar later niets meer over wordt gezegd, terwijl het hele plot om die knoop draait.
Heb ik iets gemist ergens?
Fijne rubriek en daarom deel ik dit boek.Carolina Kingsolver schreef Demon Copperhead. Het geweldige verhaal van joch wat deugd en je hart verwarmd.
Tot mijn grote plezier staat het in de top 24 van de Volkskrant, en durf ik mijn plezier te delen.
Vandaag zal ik de laatste bladzijden lezen van een boek dat me heeft aangegrepen. Het is een hartverscheurend verhaal over de liefde tussen een jonge vrouw en een oudere man. Hun ontmoeting lijkt een gelukstreffer, maar blijkt noodlottig. Ze doen er alles aan om elkaar vast te houden, maar ze verliezen zichzelf en uiteindelijk ook elkaar. Tegelijkertijd valt het land waarin ze wonen en zich ondanks alle belemmeringen thuis voelen - de DDR - uit elkaar.
De titel van het boek is al even goed gekozen als de parallel tussen de fictieve en de werkelijke geschiedenis: Kairos. In de Griekse mythologie is Kairos of Caerus de personificatie van de gelegenheid, het juiste moment. De auteur, Jenny Erpenbeck, en de vertaler, Michael Hofmann, kregen voor dit fantastische werk de Booker Prize van dit jaar.
Onze leestafel(s) vol kranten en boeken? Kranten en boeken die betekenis en diepgang geven aan begrippen als ‘lef’, ‘hoop’ en ‘trots’? Hou ze dan betaalbaar voor iedereen en verhoog de BTW niet met 12%! Teken ook de petitie:
21%BTW, een waardeloos idee !
Stand vanmorgen om 9.02 uur: 142.117 ondertekenaars
Stand nu: 143.614
En soms vind je al snuffelend op het internet een afspraak en een amandel. En dat naar aanleiding van het het taalgrapje van Henk onderaan de inleiding Albionogram 27. Komt ie:
Een filippine is een amandel met twee pitten. En het was een spel. Wie bij het eten zo'n amandel vond en die deelde met een buur was de stilzwijgende afspraak dat ze elkaar bij de eerstvolgende ontmoeting met de groet "bonjour filippine" zouden aanspreken. Wie dat als eerste deed was de winnaar en kon van de ander een klein geschenk verwachten. De afspraak kon ook zijn dat de twee elkaar zouden schrijven op een bepaalde datum. De afspraak zelf wordt ook filippine genoemd.
Het woord filippine of filippien zou via het Franse philippine afkomstig zijn van het Duitse Philippchen, een verbastering van Viel-Liebchen. Franz Grillparzer schreef hierover het gedicht Die Viel-Liebchen (Philippchen) der Doppel-Mandel.
De eerste filippinepuzzel verscheen op 31 maart 1934 in de Sunday Times en werd bedacht door de Amerikaanse Elizabeth Kingsley.
En dit wisten we al: In een filippinepuzzel zijn sommige vakjes voorzien van een getal; daarbij geldt de regel dat in vakjes met hetzelfde getal dezelfde letter (de dubbele pit) komt te staan.
Eergisteren las ik de laatste bladzijde van 'Der letzte Satz', het aangrijpende verhaal over de laatste reis van Gustav Mahler, geschreven door Robert Seethaler. In een sobere stijl schetst de auteur scènes uit het leven van de vermaarde componist en dirigent. Aan boord van het schip dat hem van Amerika naar Europa brengt, dringen de herinneringen zich op aan de doodzieke man.
Dit boek is in het Nederlands verschenen onder de titel 'Het laatste deel'. De vertaling is van de hand van Liesbeth van Nes.
Mannen en vrouwen, Amerikanen, die het vuur rondom het huis van William K. Hale, ‘King’ genoemd, proberen te blussen. Díe scene is al voldoende om deze film nooit meer te vergeten. Mocht dat beeld je te snel gaan: het wordt nog een keer herhaald. Dit zie je: een volledig brandend scherm, dat trilt van de hitte. De op het scherm dansende zwarte silhouetten zijn de met takken zwaaiende brandblussers. Maar de brand blussen…, dat is uiteindelijk niet de bedoeling: King wil zijn verzekeringsgeld innen. Dansend wordt een nieuw ritueel opgevoerd: ‘witte Amerikanen’ die gewoontegetrouw hun superioriteitsgevoel uitleven. Herinner je dan de beginscène: de Osage Indianen (red-skins), die dansen rondom de uit hun land – de uit hún grond - spattende olie. Een rituele dans om dankbaarheid te tonen. Die olie is een onverwachte en rijk makende vondst voor de Osages.
King en zijn familie eisen die olierechten koste wat kost op. De manier waarop zij de rijkdom willen overnemen is onbelangrijk, het doel is telkens: haal het vuur (‘t leven) uit de Osages. Het is fascinerend te zien, dat al dit geweld gepleegd wordt terwijl er ook sprake is van (vormen) van respect voor de Osages en het ook op liefde gebaseerde huwelijk tussen King’s neef Ernest Burkhart en Osage Mollie Kyle.
Onverschrokken brandt topregisseur Martin Scorsese deze schandvlek uit de Amerikaanse geschiedenis (rond 1920) in je geheugen. 206 minuten lang duurt Killers of the Flower Moon, een verfilming van wat de Osages daadwerkelijk is overkomen. Naar het boek met dezelfde titel van David Grann uit 2017. Nu in de bioscoop!
Inmiddels heb ik ook de Nederlandse versie van de nieuwste Asterix. Knap vertaald. Voorbeeldje: de naam Vicévertus (vices et vertus = ondeugden en deugden) is Viceversus (variant van vice versa) geworden.
Vrijdagavond werd ik verrast met de allernieuwste Asterix: L'Iris blanc. Deze keer probeert een zweverige Romeinse influencer de Galliërs te paaien. Heerlijk!
Nadat ik in de krant had gelezen dat Margriet Heymans was overleden, heb ik drie boeken van haar uit de kast gehaald en herlezen. 'Lieveling boterbloem', 'De prinses van de Moestuin' en 'De wezen van Woesteland'. Heerlijk dwarse lectuur/literatuur, zowel voor kinderen als voor volwassenen.
Min of meer toevallig ontdekt: ONZE TAAL
Ik draai nu ongeveer ’n jaartje mee in dit (cryptogrammen) wereldje, daarom vond ik het leuk om te lezen. Voor de al lang(er) meedraaiende JCS-ers kan 't een feest van herkenning zijn!
Dank voor de prachtige aanvulling, Thea [19-6-2023 19:07:22].
Eergisteren las ik de laatste bladzijden van een heel ander, gelukkig wel vertaald boek: Het verhaal van Asta, geschreven door Jón Kalman Stefánsson. Het is een IJslandse familiegeschiedenis, waarin een vader en een dochter de hoofdrollen spelen. In prachtige, poëtische beschrijvingen volg je - heen en weer door de tijd - hun belevenissen. Ik heb meteen een ander boek van deze schrijver besteld, zo mooi vond ik het.
In Parijs kocht ik in de Orangerie, waar in twee zalen door Monet geschilderde waterlelies zijn te bewonderen, een boek van Adrien Goetz waarin deze schilder een onvermoede rol speelt. Het is een soort detective, met de titel 'Intrigue à Giverny'. Heerlijk om te lezen! Jammer genoeg (nog) niet in vertaling beschikbaar, voor zover ik weet.
In aansluiting op Maarten’s post (Nomen est Omen 19-6-2023 10:00:33) vond ik dit artikel 'What's in a name? Slavernij en naamgeving in Suriname tijdens de 18e en 19e eeuw. Alex van Stipriaan (1990)
In 1863 moesten in één keer zo'n 40.000 vrijgemaakte slaven van een familienaam worden voorzien. Dat veel plantage-eigenaren de vrijgekomen slaven nog steeds als hun eigendom bleven beschouwen, blijkt uit het feit dat zíj vaak de familienamen kozen en uit de keuze van die naam. Lees daarvoor OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis
‘n fragment: ‘De emotionele sfeer van die dagen is terug te vinden in namen als: Dankhemel (plantage Petersburg), Dankbaar (plantage Mon Souci), Victorie (plantage Ornamibo), Nooitmeer (plantage Cannawapibo) en ook Vreugde (plantage Groot Chatillon), Blijtschap (plantage Picardie) en Geluk (plantage 't Vertrouwen). Verder voor zichzelf sprekende namen als: Vrij (plantage Houttuin), Vrijman (plantage De Hoop), Vrijland (plantage Pieterszorg), Borgerregt (Coronie) en Burger (plantage Alliance).
Tenslotte een naam, die in vele variaties op vele plantages werd uitgedeeld en waar iedereen gelukkig mee kon zijn: Vrede.’
Dit keer geen boek en ook geen film. Gewoon kunst. Waar je weliswaar over kunt lezen maar het gaat bij kunst vooral om zien.
Richard Long (1945- ) is een kunstenaar wiens werk je, waar dan ook, toevallig kunt tegenkomen. Met groot respect voor de natuur maakt hij (o.a.) ‘landmarks’ en ‘footprints’. Hij vormt cirkels of lijnen (paden) van materialen als rotsblokken, stenen, kiezels, zand… Of van boomstronken, takken, bladeren, gras… Stappen worden gezet: hij wandelt door klei, modder of sneeuw. Het worden herkenningspunten, waar je lang of kort bij stilstaat of even ‘met ze mee wilt lopen’. Vaak geeft hij zijn kunst aan de natuur terug en ze vergaat. Deels worden het blijvende museumstukken. Dan worden stenen gelegd op een bijzondere vloer. Uiteindelijk verhuist dit werk ook weer: steen voor steen worden ze in kisten gelegd. In de juiste volgorde…op weg naar ‘ergens’.
Maaskeien, gevonden in de Noordzee, kwam ik tegen op de Portugees natuurstenen vloer in het atrium van het Rijksmuseum in Amsterdam. ‘Graskunst’ in de (gratis toegankelijke) tuinen. Door het maaien komen de vormen. En dan volgt groeien en rijpen…tot 29 oktober.
Richard Long en Rijksmuseum Amsterdam
“Elke intelligente social climber zal de wereld waartoe hij (of zij) wenst te behoren doorzien en de mensen met wie hij zich wenst te associëren vroeg of laat minachten. Dat dit tot zelfminachting zal leiden mag evident zijn. Dat geldt voor Tár, en ik vermoed dat het ook voor Bernstein gold.” Aldus Arnon Grunberg in zijn essay TÁR VS NOTES ON AN SCANDAL (beide films) in de Volkskrant van vandaag.
Voor wie niet van film(s) houdt (Tár draait nu in de bioscoop) en hierover wil lezen: Eddy Bellegueule, (1992), heeft zijn wil om zich te onttrekken aan zijn milieu met alles wat hij aan competenties had en met heel zijn ‘zijn’ gerealiseerd. Hij verandert zelfs zijn naam in Éduard Louis en schrijft de roman: VERANDEREN: METHODE (2022). In de epiloog: Ik schrijf omdat ik denk dat ik soms spijt heb, dat ik soms spijt heb afstand te hebben genomen van het verleden, soms weet ik niet zeker of mijn inspanningen iets hebben opgeleverd” en “Ben ik gedoemd om permanent te hopen op een andere leven?”.
Veranderen:methode
Tussen twee van die drie boeken vond ik een uitdraai van een kort verhaal dat Wim op 11 mei 2002 op Bieslog plaatste. Het heet 'Het stemprobleem' en gaat over de twijfels die meneer Foppe bespringen bij het doornemen van de kieslijst.Ik citeer een stukje:
Hij wist nu helemaal niet meer wat hem volgende week te doen stond. Toch maar weer hokje 1 van lijst 1? Of hokje 1 van de laatste lijst? Om als het ware meneer Glansman alsnog te bedanken voor de leuke uurtjes op tv? Het was pas negen uur, maar meneer Foppe ging nu alvast de melk warm maken in het steelpannetje. Hij moest morgen maar een heel pak volle melk kopen; de komende dagen zou hij nog veel slaapdrankjes nodig hebben.
Toen hij in bed lag en de zaak nog eens overdacht, werd het stemprobleem hem pas goed duidelijk.
Moest hij volgende week voor het eerst in zijn leven gaan stemmen op een meneer die misschien niet door vader werd goedgekeurd?
Of, nog moeilijker: moest hij gaan stemmen op een meneer die niet meer leefde?
Heerlijk om te (her)lezen: de verhalen van Wim de Bie waarin Meneer Foppe de hoofdrol speelt. Zo aandoenlijk en herkenbaar. Ik vond drie bundels in mijn boekenkast: Meneer Foppe en het gedoe, Meneer Foppe in zijn blootje en Meneer Foppe over de rooie.
Mag ik een boek aanraden dat ik van een leesgrage bibliotheek-collega kreeg aangeraden?
Niet te moeilijk, wel aangrijpend is: "De gelijktijdigheid der dingen" al snap je de titel pas ná het lezen. Een Syrische vluchteling kiest voor de Rusland-Finland route en komt terecht in het Noordelijke Finland waar hij een oudere vrouw ontmoet, wiens eigen verhaal zich langzamerhand ontplooit. Erg mooi! Door Frouka Arns, zij is dichteres, en dan voel je in haar taalgebruik.
Gisteren las ik de laatste - bevreemdende - bladzijden van 'Vang de Haas', een intrigerend boek van Lana Bastasic. Het is prachtig geschreven en uitstekend vertaald, voor zover ik daarover kan oordelen, door Pavle Trkulja. Het is een verhaal over twee Bosnische vrouwen. De ene keert na een lang verblijf in Ierland terug om de andere, haar jeugdvriendin, te halen en met haar naar Wenen te gaan. Episodes van de reis en scènes van vroeger wisselen elkaar af. De puzzelstukjes lijken elkaar aan te vullen, maar laten ook weer los. Er blijft veel in het duister, dat ook een metafoor is voor de oorlog, die niet als zodanig wordt benoemd. Die dreiging, die maar blijft hangen, zal mij bijblijven van dit boek.
In deze sluimerende boekenrubriek mag ik misschien af en toe een film aanrader plaatsen, en wel een film die gebaseerd is op een boek. Zo niet: moderator ga je gang.
Op 16 februari gaat The Whale in première. Naar een scenario geschreven door Samuel D. Hunter, gebaseerd op Hunter’s gelijknamige toneelstuk uit 2012. pdf versie van The Whale
Afgezien van het thema verslaving/obesitas zijn er nog meer rode draden in deze film te vinden. Ze zijn samengevoegd in de zin: ‘be authentic’, wees uniek, ben jezelf. In de film houdt Charlie (Brendan Fraser) in een online cursus essays schrijven zijn leerlingen voor niet klakkeloos andermans meningen over te schrijven. Maar er is nog een laag: verloochen jezelf niet. Kies, jong en/of oud je eigen innerlijke drijfveer, hoe zondig (vraatzucht) die ook moge zijn. Waarmee deze film je tevens laat nadenken over het (blind) varen op religieuze drijfveren. Hoe verslaafd is Charlie nu eigenlijk?
Ondanks de zuinige waardering voor het boek in de NRC heb ik toch Brengschaamte van Jan Siebelink gekocht. De titel, die ik niet zo mooi vond, blijkt de inhoud te dekken. Hoewel het ongeveer hetzelfde verhaal is als in veel andere boeken van deze schrijver, heb ik het (weer) met plezier gelezen.
@Marly 22-8-2021 11:47:56 - helemaal mee eens. Ik ben tot nét over de helft gekomen (de aanhouder wint) maar heb vandaag besloten "Stemvorken" definitief niet uit te lezen. Het is me te veel keukenmeidenroman en te veel Bouquetreeks.
En dat is jammer. Ik ben altijd een groot Canaponi- én A.F.Th-fan geweest maar het houdt hier denk ik wel op. "De Movo tapes" en "Het schervengericht" waren al langdradige twijfelgevallen, en na "Stemvorken" haak ik definitief af.
Ik mis de sfeer van o.a. "Vallende ouders", "De gevarendriehoek", "Advocaat van de Hanen", en uiteraard van de requiems - waaronder absoluut ook "Tonio". Ik begrijp ook niet waarom de redacteur bij Querido niet heeft ingegrepen: "Zou je dit wel doen?"
Alleen al ... Om de twee regels ... Die ... Drie ... Puntjes ...
Aangetrokken door het kitscherige gouden kaftje met een rooie kater op een stapel boeken, ging ik bladeren en dacht Why not.. Een mooie vertelling over het (dubbelzinnig) houden van boeken: The Cat Who Saved Books – Sosuke Natsukawa. Een boekenbon well spent !
Voor wie van de boeken van de gezusters Brontë houdt: Anjet Daanje heeft een fantastisch boek geschreven vol verhalen waarin allerlei verwijzingen naar het leven en de werken van Charlotte, Emily en Anne zitten: Het lied van ooievaar en dromedaris.
De Boekenweek ligt al weer een tijdje achter ons. Vorige week kwam ik er pas toe het essay dat Marieke Lucas Rijneveld daarvoor schreef te lezen. Haar eerste liefde - het thema van de Boekenweek - ging vooral uit naar de aardige juffen in het 'warmtefort', zoals ze de basisschool noemt. Dat is ook de titel van dit ontroerende boekje, waarvan vooral de eenzaamheid van het meisje dat haar grote broer verloor mij aansprak.
Het boekenweekgeschenk - een verhaal over een verloren en hervonden(?) liefde, geschreven door Ilja Leonard Pfeiffer - vond ik trouwens ook mooi.
Dit gastenboek lang uit het oog verloren. Maar alleen al de recensie van de recentste Asterix door Nannie ("zo is de naam 'Terrinconus' in de Nederlandse versie 'Ondecjeplecjus' geworden") maakt het weer helemaal de moeite waard om een kijkje te nemen, dank.
Las zojuist "Fortuna's kinderen" van Annejet van der Zijl.
Een prachtig boek met daarin verwerkt haar Boekenweekgeschenk "Leon & Juliette" want bij het einde daarvan houdt het verhaal nog lang niet op. Zij beschrijft ook hoe het hun nazaten is vergaan.
Een aanrader zoals ook haar andere boeken zoals o.a. "Sonny boy" en "De Amerikaanse prinses"
Las "Hortense de vergeten koningin van Holland" van Thera Coppens een biografie van Hortense de Beauharnais een dochter van Josephine de Beauharnais, eerste vrouw van Napoleon. Ik vond het een prachtig en interessant boek, geeft een mooi beeld van de tijd van en na de Franse revolutie en ook van het leven van Napoleon. Hortense was de vrouw van Lodewijk Napoleon (de broer van Napoleon) die tien jaar koning van Holland was.
Vanmorgen lag de nieuwe Asterix bij ons op de mat. Nadat ik een lovende recensie had gelezen, bestelde ik een Frans en een Nederlands exemplaar. Mijn eerste indruk is dat de vertaling - van Margreet van Muijlwijk - prima is. Zo is de naam Terrinconus (terre inconnue = onbekende wereld) van Romeinse onderzoeker in de Nederlandse versie 'Ondecjeplecjus' geworden.
Astérix et le griffon (Asterix en de griffioen) is de titel van dit album; de tekeningen zijn van de hand van Didier Conrad en de tekst is geschreven door Jean-Yves Ferri.
ik heb zojuist Stemvorken van AFTH van der Heijden gelezen, een enorm dik boek over de liefde tussen twee vrouwen. De stijl is prachtig zeer beeldend maar het onderwerp wordt zo uitgemolken dat het op den duur irritant wordt. Er is nog een tweede verhaallijn over een vrouw die aan zoantropie lijdt (ze denkt dat ze een dier is). Dat is wel interessant.
Met tranen in de ogen las ik 'Na Emma' van Joost Prinsen.
Helemaal mee eens, Marly. Ik ben nu ongeveer op de helft van dit prachtige boek. Ook zijn andere werk is de moeite waard.
Zojuist de Tuinen van Buitenzorg van Jan Brokken gelezen, een prachtig boek. Hij verhaalt over de tijd dat zijn ouders in Indonesië woonde, toen nog Indië geheten. De titel refereert aan een muziekstuk van Godowsky. met de zelfde titel. Het geeft een prachtig beeld van het Indië van voor de tweede wereldoorlog. Jan Brokken is een meester verteller.
Eergisteren heb ik het Boekenweekgeschenk gelezen. Het verhaal, verteld door een jonge vrouw die als 'content moderator' is gaan werken om haar financiële problemen op te lossen, begint sterk. Jammer genoeg zwakt het naar het eind toe af. Het verdient een nadere uitwerking, vind ik. Hebben jullie het ook gelezen en, zo ja, wat vonden jullie ervan?
Een van de mooiste passages, op blz. 52:
[...] Sigrid mompelde iets maar keek niet op, liet haar hoofd op mijn onderarm rusten. Hoe langer we zo zaten, hoe zwaarder haar zwijgen; het was geen ijzige stilte, eerder een eisende stilte, een stilte die iets van me wilde.
uit 'Wat we zagen' van Hanna Bervoets, in 2021 uitgegeven door het CPNB
Op 9 april 1821 werd Charles Baudelaire geboren. Om deze dichter te eren plaats ik een paar fragmenten van 'À une heure du matin', een prozagedicht uit 'Le spleen de Paris', waarin hij een inkijkje geeft in zijn leven van alledag en bewijst dat hij ook humoristisch kon zijn.
Enfin seul! On n'entend plus que le roulement de quelques fiacres attardés et éreintés. Pendant quelques heures, nous posséderons le silence, sinon le repos. Enfin! la tyrannie de la face humaine a disparu et je ne souffrirai plus que par moi-même.
[...]
Horrible vie! Horrible ville! Récapitulons la journée: avoir vu plusieurs hommes de lettres, dont l'un m'a demandé si l'on pouvait aller en Russie par voie de terre (il prenait sans doute la Russie pour une île); avoir disputé généreusement contre le directeur d'une revue, qui à chaque objection répondait "C'est ici le parti des honnêtes gens', ce qui implique que tous les autres journaux sont rédigés par des coquins.
in mijn vertaling:
Eindelijk alleen! Je hoort alleen nog het gerammel van enkele verlate, afgeroste huurkoetsjes. Een paar uur lang zullen we stilte, zo geen rust, hebben. Eindelijk! De tirannie van het menselijk gezicht is verdwenen en ik zal alleen nog maar door mijzelf lijden.
[...]
Afschuwelijk leven! Afschuwelijke stad! Laten we dag nog eens doornemen: een aantal letterkundigen gezien, waarvan een mij vroeg of je over land naar Rusland kon gaan (hij dacht kennelijk dat Rusland een eiland is); uitvoerig geredetwist met de uitgever van een blad, die op alles wat ik te berde bracht antwoordde: "Wij staan voor de eerbare mensen", wat inhoudt dat alle andere kranten door schurken gemaakt worden.
uit: 20 gedichten in proza, in 1990 uitgegeven door BoekWerk, Groningen.
Gisteren was het Goede Vrijdag. Toevallig las ik eergisteren in Zwarte Schuur een passage waarin de hoofdpersoon - Maris, een schilder die een veelbewogen leven leidt - in Colmar de door Grünewald geschilderde kruisiging bestudeert. Hij is er diep van onder de indruk. Deze scène staat centraal in het boek. Diverse aspecten van het 'wrede' altaarstuk komen terug in het boek van Oek de Jong. Zo herinneren de doorns in het vlees van Christus aan de stukjes glas in de hoofdwonden van de jonge Maris, die door drie jongens in elkaar is geslagen.
Na het lezen van deze passage moest ik denken aan een boek dat ik ruim tien jaar geleden las. Het gaat over een meisje dat te horen heeft gekregen dat ze blind zal worden. Ze besluit zoveel mogelijk moois te gaan zien, zolang het nog kan. In Florence ontmoet ze een jongen die alles van de schilderkunst weet. Met hem bezoekt ze allerlei musea, waarin ze de kruisigingen bekijken. Die van Grünewald maakt ook op haar een heel diepe indruk. Treffend vond ik deze gedachtewisseling:
'Als Jezus de waarheid is, zou je dan willen zeggen dat God de waarheid heeft vastgespijkerd?' vraag ik, en ik hoop dat hij niet denkt dat het een grap is.
'Het is een beetje de vreemde manier om het te zeggen, maar God heeft inderdaad de waarheid vastgespijkerd. Voor eens en voor altijd.'
uit: Eén minuut eerlijkheid, geschreven door Bjorn Sortland, in 2007 uitgegeven door Lemniscaat, Rotterdam.
Dat boek heb ik ook nog liggen, Marly. Ik ga het lezen, zodra ik Zwarte Schuur uit heb. Ook prachtig!
Las zojuist Mrs Degas van Arthur Japin. Prachtig boek! Ik wist niet dat Degas familie in Amerika had en dat hij daar ook geweest is; een mooie beschrijving van de tijd net na de afschaffing van de slavernij en van Degas als kunstenaar.
Naar aanleiding van het bericht dat Sotheby een schilderij van Vincent van Gogh gaat veilen ben ik weer eens in zijn brieven gedoken - altijd heerlijk om te lezen. In een brief die hij tussen 23 en 25 juli vanuit Parijs aan zijn broer Theo schreef vond ik de volgende passage:
"Gisteren heb ik Tanguy gezien en hij heeft een doek in de etalage gezet dat ik net had gemaakt. Sinds je vertrek heb ik er vier gemaakt en ik ben bezig met een groot doek. Ik weet wel dat die grote langwerpige doeken moeilijk te verkopen zijn, maar later zal men inzien dat er buitenlucht en vrolijkheid in schuilt."
(uit De kunst van het woord, zijn mooiste brieven, uitgeverij Carrera, Amsterdam)
Dit gaat niet over het schilderij uit het nieuwsbericht, dat vermoedelijk wel dezelfde sfeer ademt.
Nu er bijna geen sneeuw meer te zien is, moet ik denken aan de beroemde versregel van Francois Villon: Mais ou sont les neiges d'antan? Het is het refrein van de Ballade des dames du temps jadis (Ballade van de dames uit vroeger tijden), waarvan ik enkele verzen zal citeren:
Dictes moy ou, n'en quel pays,
Est Flora la belle Rommaine,
[...]
Echo parlant quant bruyt on maine
Dessus riviere ou sus estan,
Qui beaulté ot trop plus qu'humaine,
Mais ou sont les neiges d'antan?
[...]
Et Jehanne la bonne Lorraine
Qu'Englois brulerent a Rouan;
Ou sont ilz, ou, Vierge souvraine?
Mais ou sont les neiges d'antan?
in de ongeëvenaarde vertaling van Ernst van Altena:
Zeg mij: waar, in welk ver domein
is Flora, die schoon van gezicht was;
[...]
Nimf Echo, die tot zang verplicht was
als men haar riep langs stroom of meer
en die goddelijk slank en licht was?
En waar is de sneeuw van weleer?
[...]
En Jeanne die men wreed gesmoord heeft,
ginds in Rouaan, bij 't Britse heir...
Maagd, weet Gij waar elk hunner voortleeft?
En waar is de sneeuw van weleer?
uit Francois Villon, Verzamelde gedichten, tweetalige uitgave uit 1969, Bert Bakker N.V. Den Haag
In Contact, de krant van de gemeente Bergen, las ik dat de oeuvreprijs A. Roland Horst is uitgereikt aan Saskia de Jong. In een bundel van de Stichting VSB vond ik gedichten van haar. Uit een daarvan - Eenvoudige Formule - citeer ik het begin, dat past bij de huidige winterse omstandigheden.
wij waren een keer bang
we hebben elkaar de ceremoniekleding
aangetrokken en er was sneeuw en liefde
een stadse sneeuw van meet af aan
smeltend, niet het geringste gloeiend feest
lukraak weerkaatste naar alle schijn
wat tederheid, onze trots leek:
natte voeten, wat kippenvel:
de toorn van hoorn.
uit De 100 beste gedichten van 2006, gekozen door Henk van der Waal, Uitgeverij De Arbeiderspers
Wie genoten heeft van 'Nachttrein naar Lissabon', vindt 'Het gewicht van de woorden' vast ook mooi. De recensenten zijn verdeeld: de een zegt dat dit boek van Pascal Mercier te filosofisch oftewel wijsneuzig is, de ander prijst het aan als inleiding in de taalkunde en rondleiding door de literatuur. Mij spreekt de worsteling met het zoeken naar woorden en de angst ze niet meer te kunnen vinden aan. Er staan wel veel herhalingen in, waardoor je er veel tijd aan kwijt bent, en de grote talenkennis van de hoofdfiguur is behalve jaloersmakend - zeker voor mij als vertaler - ook niet erg geloofwaardig, maar al met al leest het prettig.
Vandaag is het Driekoningen. Ik vond een gedicht van T.S. Eliot dat de reis van de drie Wijzen uit het Oosten beschrijft alsof hij er zelf bij was. Ik citeer het begin en het eind, eerst in het Engels en dan in het Nederlands (in een vertaling van Martinus Nijhoff):
The Journey of the Magi
A cold coming we had of it,
Just the worst time of the year
For a journey, and such a long journey:
The ways deep and the weather sharp,
The very dead of winter.
[....]
There was a Birth, certainly
We had evidence and no doubt. I had seen birth and death,
But had thought they were different, this Birth was
Hard and bitter agony for us, like Death, our death.
We returned to our places, these Kingdoms,
But no longer at ease here, in the old dispensation,
With an alien people clutching their gods.
I should be glad of another death.
De reis van de drie koningen
Het was een koude tocht,
en de slechtste tijd van het jaar
voor een reis, voor zulk een verre reis.
De wegen modderig, het weer guur,
de winter op zijn strengst.
[...]
Wij waren getuigen van een geboorte, zeker,
daar is geen twijfel aan. Maar als ik vroeger
geboorte of dood zag, dacht ik dat ze tegenstellingen waren.
Deze geboorte echter was een onverbiddelijk einde voor ons,
een dood, onze dood.
Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken,
maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde
tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen.
Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.
te vinden op de volgende sites: https://allpoetry.com/The-Journey-Of-The-Magi en https://www.dbnl.org/tekst/nijh004verz05_01...
De P.C. Hooftprijs is toegekend aan Alfred Schaffer. Hij schrijft vrij lange, verhalende gedichten. In een bloemlezing uit 2006 vond ik er een waarvan het begin en het einde heel actueel lijken.
We zijn te ver gegaan, het gelazer begon
zodra we de grens over glipten. Eindeloze onverlichte streken,
overvolle avondmarkten, straatkinderen aan de drank.
[...]
We waren juist zo lekker aan het spelen.
Er is op een verlossend woord gewacht:
zou je blijven, of ons in verwarring achterlaten?
De modder zuigt, je blaat en bloost: ons antwoord herhalen
voegt niets toe aan de bestaande kennis.
Nu jij weer. Uitgehuild? Dan graag hier je handtekening.
Natuurlijk gaat het gedicht niet over de toestand van nu; het thema is universeel: schuld en boete. Dat klinkt zwaarder dan het is; de poëzie van Schaffer is heel toegankelijk.
uit: De 100 beste gedichten van 2006, gekozen door Henk van der Waal, uitgeverij de Arbeiderspers.
Gisteren las ik de laatste bladzijden van een heerlijk boek: D - a tale of two worlds. De schrijver, Michel Faber, is er jaren geleden aan begonnen en heeft het weer opgepakt om de huidige ontwikkelingen in de wereld te illustreren. Het is een modern sprookje met als heldin een meisje uit Somaliland, dat eropuit trekt om de letter d te redden. Het deed mij denken aan Alice in Wonderland en ook aan de Nieuwe kleren van de keizer (van Andersen) en Animal Farm (van George Orwell). Behalve spannend en humoristisch is het ook interessant in taalkundig opzicht. De vertaler zal het er moeilijk mee gehad hebben!
Eergisteren sloeg ik een blad om van de kalender die we jaren geleden in Groot-Brittannië kochten. Onder een pentekening van Haworth, met rechts de pastorie waar de familie Brontë woonde, zag ik het volgende vers van Anne staan. Zij is minder bekend dan Charlotte en Emily, van wie Jane Eyre en Wuthering Heights (de Woeste - eigenlijk de 'omstormde' - Hoogte) wereldberoemde werken zijn, maar haar boeken - Agnes Grey en The Tenant of Wildfell Hall - en zeker haar gedichten zijn ook heel mooi.
Oh, raise those eyes to me again,
And smile again so joyously;
And fear not, love; it was not pain
Nor grief that drew those Tears from me.
In mijn vertaling:
O, kijk nog eens zo naar mij
en lach weer eens zo blij;
en wees niet bang, lief, pijn was het niet
of verdriet dat mij zo huilen liet.
Gisteren genoten van de reportage over Harry Mulisch, die tien jaar geleden wegvoer onder een regenboog door. Onderstaand gedicht is hem ten voeten uit, vind ik:
EERSTE BLIK OP DE STAD
Aan het eind van mijn schaduw verrijst
De obelisk van een stem en stut
- leesbare zuil -
Het donzig basalt van de nacht en spreekt
Zonder dat het zwijgen verbreekt.
Koesterende stenen, ijler dan verkoolde
Ordners, vervlogen rook van de archieven,
Zoetste arcaden met duisternis volgestort,
Bedarend gezelschap van de architraven
Waarin het brekend geweld van de val
roerloos wordt,
Hier ben ik.
Hier ben ik.
Uit: Egyptisch, een dichtbundel van Harry Mulisch, die in 1983 is uitgegeven door de Bezige Bij in Amsterdam.
Eergisteren werd er bij de Sorbonne een indrukwekkende ceremonie gehouden voor Samuel Paty, de leraar die op gruwelijke wijze is vermoord. Een van zijn leerlingen las voor uit de brief die Albert Camus aan zijn onderwijzer schreef, nadat hij de Nobelprijs voor Literatuur had gekregen:
Vos efforts, votre travail et le coeur généreux que vous y mettiez sont toujours vivants chez un de vos petits écoliers qui, malgré l'âge, n'a pas cessé d'être votre reconnaissant élève.
Uw niet-aflatende inspanningen en de ruimhartigheid waarmee u uw werk deed, staan een van uw schooljongens, die ondanks zijn leeftijd uw dankbare leerling is gebleven, nog steeds voor de geest.
Gisteren las ik de laatste bladzijden van 'Dit gaat over Sarah', een boek over een vurige, verwoestende liefde. Het is met veel vaart geschreven door Pauline Delabroy-Allard en knap vertaald door Aniek Njiokiktjien. Ik citeer een stukje, waaruit blijkt hoe ver de gevoelens gaan:
Een nachtmerrie. Alle verkoopsters in de winkels op de luchthaven, alle stewardessen, alle vrouwelijke passagiers heten Sarah. Er bestaat nog maar één naam voor vrouwen, die van haar. Ik heet vast ook Sarah, ik wil het controleren in mijn paspoort, ik zoek het, eerst rustig en dan zenuwachtig.
- onder de titel 'Ca raconte Sarah' in 2018 uitgegeven door Les Éditions de Minuit en in 2019 in het Nederlands door Signatuur, Amsterdam
Voor het vorige bericht putte ik uit de volgende bronnen:
Chanson - een gezongen geschiedenis van Frankrijk, geschreven door Bart van Loo, in 2011 uitgegeven door De Bezige Bij, Antwerpen
De moderne Franse poëzie, een anthologie, samengesteld door Guus Luijters, in 2001 uitgegeven door L.J.Veen.
Naar aanleiding van de dood van Juliette Gréco heb ik het boek van Bart van Loo over het Franse chanson uit de kast gehaald. Hierin beschrijft hij het eerste optreden van Juliette, over wie Sartre schreef: "Gréco heeft miljoenen in haar keel zitten: miljoenen gedichten die nog niet geschreven zijn, en waar men er enkele van zal schrijven. [...] Waarom zouden we geen gedichten maken voor een stem?" Van Loo roemt vooral haar vertolking van 'Si tu t'imagines' van Queneau, waarvan ik de eerste en de laatste strofe zal citeren:
Si tu t'imagines
si tu t'imagines
filette fillette
si tu t'imagines
za va za va za
va durer toujours
la saison des za
la saison des za
saisons des amours
ce que tu te goures
fillette fillette
ce que tu te goures
allons cueille cueille
les roses les roses
roses de la vie
et que leurs pétales
soient la mer étale
de tous les bonheurs
allons cueille cueille
si tu le fais pas
ce que tu te goures
fillette fillette
ce que tu te goures
in de vertaling van Martin de Haan:
Als je soms denkt
als je soms denkt
meisje klein meisje
als je soms denkt
datse datse da
tse eindeloos duren
de liefdeza
de liefdeza
liefdesavonturen
dan zaltje bezuren
meisje klein meisje
dan zaltje bezuren
vooruit nu pluk pluk
de rozen de rozen
rozen van het leven
kom pluk en baad je
in zeeën van blaadjes
van windstil geluk
vooruit nu pluk pluk
want doe je dat niet
dan zaltje bezuren
meisje klein meisje
dan zaltje bezuren
(Dit lied verwijst naar het befaamde 'Mignonne, allons voir la rose..." van de 16e-eeuwse dichter Pierre de Ronsard, dat ik ook weer eens heb gelezen.)
zojuist het nieuwste boek van Pieter Waterdrinker gelezen "De rat van Amsterdam" een boek met een waanzinnig ingewikkelde verhaallijn, waarin vooral de Postcodeloterij op de hak wordt genomen waaraan de oprichters waanzinnig veel geld verdienden. En natuurlijk, zoals in bijna al zijn boeken, speelt Rusland ook een grote rol.
Vijf jaar geleden stapte Joost Zwagerman uit het leven. Hoe verloren hij zich gevoeld moet hebben blijkt uit de volgende fragmenten van het gedicht 'Kwijt'.
Op een fiets met grote
lichtgevende wielen als uit
een stripverhaal uit mijn vaders
en mijn moeders tijd reed ik
zonder zin of doel door een nacht
die maar leek te duren.
Ik was kind en was alleen.
Ik was mijn ouders kwijt.
[...]
De zon kwam op,
de fiets vervaagde.
Zonder te beseffen
waar ik was besefte
ik dat een boze droom
mij had gedragen naar
waar alles nog veel
bozer was: naar de
ontijd van mijn ouders
die me zwijgend wijzen
op het kind dat ik ooit was.
[...]
Dan rijd ik van alles weg
maar zie hoe ik van alles
het meest mijzelf nog achterlaat.
Uit de postuum uitgegeven bundel 'Wakend over God'. Hollands Diep, Amsterdam, 2016.
Er was weer een aanleiding om een paar brieven van Vincent van Gogh te lezen: het Noordbrabants Museum heeft een schilderij van hem gekocht. Deze 'kop van een vrouw' is vermoedelijk een voorstudie van de Aardappeleters, waarover Vincent op 6 april 1885 het volgende schreef aan zijn broer Theo:
Enfin - ik heb plan deze week te beginnen aan dat geval van die boeren rond een schotel aardappels s'avonds, of - misschien zal ik er daglicht van maken, of beiden, of - "geen van beiden" - zult ge zeggen. - Maar 't zij 't gelukke 't zij 't mislukke, ik ga aan de studies van de verschillende figuren beginnen.
uit: De kunst van het woord. Zijn mooiste brieven, bezorgd door Leo Jansen, Hans Luijten en Nienke Bakker. Uitgeverij Carrera, 2014, Amsterdam.