Wentagram 19


W19

Horizontaal
3. vocht
6. colporteur
8. IJsland (frank = onbeschroomd, ijzen = gruwen)
9. perkamentrol (Perk-amen-trol)
11. bronstroep (brons-troep)
12. smelt
13. slavinken (slavin-Ken)
15. staf
18. bovenom-schreven
20. vredesdoorbraken
22. re
23. tweeterm (tweeter-M)
27. super
29. abc'tje
30. uitgavenpatroon

Verticaal
1. formattering
2. betengelen (beten-gelen))
3. vrijerij
4. cel
5. toneelliefhebber
6. Couperus (coupe-Rus)
7. lieren
10. lammetjespap
14. lijkoffer (lij-koffer)
16. amazone
17. schorsen
19. bestraat (best-raat)
20. veestuk (veest-uk)
21. netje
24. enkel
25. maart
26. schor
28. paté/pâte