Gronings Duogram 10


De boekenbonnen zijn gewonnen door:
Gert Megens uit Druten (17,50 Euro)
Lieke Kielstra uit Rotterdam (12,50 Euro)
Van harte gefeliciteerd.

scorelijst

Tussen [ ] is fout.

Ik heb hieronder alleen de Groningse betekenissen weergegeven.
Voor de Nederlandse betekenissen zie Van Dale of https://www.ensie.nl/
WoordWaark staat altijd standaard op “Reker”, maar met “Selecteer alles” zijn er meer woorden te vinden.

SICCO LEENDERT MANSHOLT

1. Door bederven krijgt het minder kleur (11)
VERSCHIETEN
Verschieten= verknoeien.
Meestal in de betekenis van tijd verknoeien.
[verspochten 1x]
2. Een kip in de kerstboom (4)
PIEK
Piek= kuiken.
3. Toch maar (4)
DOCH
Doch= toch.
4. Mikken op waar het heen gaat (7)
RICHTEN
Richten= richting.
5. Provinciaal Gronings (5)
BOERS
Boers= Groningse streektaal.
[dorps 1x] [hoorn 1x]
6. Behoefte aan uitstel (6)
VERLET
Verlet= behoefte.
7. Ongewenste aangroei in de schoorsteen (4)
ROET
Roet= onkruid.
8. Dit lichaamsdeel voorspelt niet veel goeds (4)
DOEM
Doem= duim.
9. Vis om mee af te sluiten (7)
GRONDEL
Grondel= grendel.
[grendel 5x]
10. Lichaamsdelen die voorbij zijn (5)
LEDEN
Leden= geleden, voorbij.
11. Geluid van een muis in een buis (4)
PIEP
Piep= pijp.
12. Dreumes op het toneel (4)
PROP
Prop= dreumes.
[drup 1x]
13. Doet de onderofficier over zijn aardappels (4)
STIP
Stip= jus.
[sti. 1x]
14. Afbeulen met de dood tot gevolg (10)
VERMOORDEN
Vermoorden= beulen.
15. Gemeen is een plaats in Limburg (5)
VAALS
Vaals= vals.
16. Lichaamsdelen laten zien (5)
TONEN
Tonen= tenen.
[tenen 1x]
17. Succesvol zijn bij het invoegen (6)
RITSEN
Ritsen= klaarspelen.
18. Daarin dan wel daaronder blijft het droog (4)
HOES
Hoes= huis.
[hoed 9x]
Hoewel het onder een hoed ook droog blijft, vind ik het droog blijven onder de huid (daarin) niet zo overtuigend, een mens bestaat namelijk voor 65% uit water.
19. Duplicaat van een knot (5)
KLOON
Kloon= kluwen.
20. Glunderen over grapjes (7)
GROLLEN
Gròllen= genieten, glunderen.
[grullen 1x]
21. Voortdurend regen waarbij het vochtig wordt (6)
NATTEN
Natten= steeds regenen.