Gronings Duogram 12
De boekenbonnen zijn gewonnen door:
Ed Paardehaar uit Haarlem (17,50 Euro)
Koos Bruining uit Groningen (12,50 Euro)
Van harte gefeliciteerd.
Tussen [ ] is fout.
Ik heb hieronder alleen de Groningse betekenissen weergegeven.
Voor de Nederlandse betekenissen zie Van Dale of https://www.ensie.nl/
WoordWaark staat altijd standaard op “Reker”, maar met “Selecteer alles” zijn er meer woorden te vinden. Alleen de woorden onder Reker zijn volgens de juiste spellingregels.
HENDRIK NICOLAAS WERKMAN
1. Voortdurend bellen leidt tot verbaal geweld (7)
GESCHEL (geschèl)
Gescheld.
2. Een harde slag voor een bouwval (5)
KLEUN
Bouwval.
3. Zich vergissen bij het uitvinden (9)
VERZINNEN
Vergissen.
4. Verzoeken verzoeken (5)
BEDEN
Bidden (werkwoord)
(In het Nederlands meervoud van het zelfstandig naamwoord bede)
[boden 1x]
5. Schoeisel van een Nederlandse politicus (kan hard zijn) (5)
LEERS
Laars.
[laars 1x]
6. Lichaamsdelen die in Groningen ietsje lager zitten dan in de rest van Nederland (6)
BILLEN
Dijen.
Ook in sommige delen van Zeeland schijnt dat zo te zijn.
Zie ook Van Dale:
(Belgisch Nederlands, niet algemeen) dij.
(algemeen Belgisch Nederlands) (van slachtvee) dij.
[hielen 1x]
7. Het zal duidelijk worden dat het vissen zijn (7)
BLIEKEN
Blijken.
[blsieken 1x]
8. Soldaat zijn is iets voor jou (6)
DIENEN
De jouwe, het jouwe.
[mienen 1x]
9. Welgesteld, maar in de stront (4)
RIEK
Rijk.
10. Eenvoudig (van geest) (6)
SLICHT
Onnozel, achterlijk.
[sliecht 1x]
11. Dit mannetjesdier is weldoorvoed (3)
BOL
Stier.
[vol 1x] [wol 1x]
12. Hierdoor weet de kip hoe laat het is (4)
KLOK
Kloek, kip.
13. De kleur van iets waarmee je vruchtensap maakt (5)
PAARS
Pers.
14. Plek op het gebit (4)
PLAK
Plek.
15. Onkruid zorgt voor de stabiliteit van een schip (7)
BALLAST
Onkruid.
16. Worm voor een vogeltje (8)
BLAUWKOP
Soort worm.
17. (Groeit langs het) water (4)
RIET
Uitwatering.
18. Klaag maar! (3)
MOR
Maar.
19. Van bedriegen komt bederven (10)
VERKNOLLEN
Wijsmaken.
20. Kleine jongeheer (6)
PIEMEL
Kleine.
21. Zwitsers geld verzamelen (6)
RAPPEN
Verzamelen.
22. Hij woont niet in het zuiden (4)
NOOR
Het noorden.