Gronings Duogram 4


De boekenbonnen zijn gewonnen door:
Lies Kruijshaar uit Borne (17,50 Euro)
Truus van Helden uit Lottum (12,50 Euro)
Van harte gefeliciteerd.

scorelijst

Tussen [ ] is fout.

SIEMON JAN HENDRIK REKER
Werkt mee aan de site WoordWaark.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Siemon_Reker

1. De lichaamsbouw van de leiding (7)
BESTUUR
Bestuur= postuur.
2. Met moeite er een rotzooi van maken (7)
KNOEIEN
Knoeien= zwoegen.
[knooien 2x] [klooien 1x]
3. Wild op de oprijlaan (3)
REE
Ree= oprit naar een boerderij.
4. Zo'n uitnodiging om te spelen (3+3) komt later (6)
DAMMEE (Dam mee)
Dammee= straks.
(Verwant aan temet)
[damden 1x] [dammet 1x]
5. Graan en vis (3)
ROG
Rog= rogge.
6. Er tussen loopt niet lekker (4)
MANK
Mank= tussen.
(Verwant aan het Engelse among)
[gang 1x]
7. Iets te lezen voor een meisje (6)
BOUKJE
Boukje= boekje.
[baukje 1x]
8. Onbetrouwbare noorderling (9)
LAPLANDER
Laplander= bedrieger.
9. Binnenstebuiten is niet eerlijk (7)
ONRECHT
Onrecht= averechts, binnenstebuiten.
10. Veel mensen vind je onder een parasol (6)
SCHAAR
Schaar= schaduw.
11. Plaatselijke afsluiting in Friesland (4)
HEEG
Heeg= heg.
De plaatsnaam Heeg (Heech in het Fries) betekent waarschijnlijk ook heg.
[heek 1x] [leek 1x]
12. Opscheppen over auto-onderdelen (6)
SNAREN
Snaren= pochen, opscheppen.
[sneren 2x]
13. Had respect voor de planeet (5)
EERDE
Eerde= aarde
14. Goeiedag!, dat is smerig (5)
GROET
Groet= (hardnekkig) vuil.
15. Een zeer godsdienstig meisje (4)
FIEN
Fien= fijn.
Van Dale: Fijn= zeer godsdienstig, orthodox.
Die betekenis staat niet bij WoordWaark, maar ik heb hem wel als zodanig horen gebruiken.
[pien 1x] [dien 2x] [sien 1x] [xien 1x]
16. Ouwehoeren over wokken (9)
BAKPANNEN
Bakpannen= leuteren.
17. Gebruikt de barbier bij zijn werk (7)
SCHEREN
Scheren= scharen (scheer om mee te knippen)
18. Het is lekker fris beneden het maaiveld (4)
KOEL
Koel= kuil.
19. Vogels waar een luchtje aan zit (6)
ROEKEN
Roeken= ruiken.
20. Het duurt een poosje voordat deze letter aan de beurt is (3)
ZET
Zet= een poos(je).
21. Het benutten van kledingstukken (7)
BROEKEN
Broeken= gebruiken.
[boeken 1x]