Triogram 1


Beste puzzelvrienden,

Dank voor de aardige reacties op het eerste Triogram van mijn hand. Ze geven me de moed om woorden te verzamelen voor het tweede, dat als alles goed gaat in januari zal verschijnen.

Hieronder geef ik nog eens de omschrijvingen en de nodige uitleg.

Horizontaal:
4. Deze knuffel is niet van jullie: OURS – F: beer, E: van ons
6. Geld als water: FL – N: fl. : florijn, gulden, F: fleuve = rivier, E: fluid = vloeistof
7. Verwikkelingen in het zwembad uit het niets: PLOTS – N: opeens, onverwachts, F: meervoud van plot; een plot de départ is een startblok; E: intrige
8. Er staat veel op het spel – en toch ligt het vast? LOT – N: aandeel, gokbewijs en ook bestemming, beschikking, F: partij (goederen), synoniem van destin (noodlot), in de literatuur, en in afgeleide zin ook wat iemand toevalt (le gros lot = de jackpot, de hoofdprijs), E: (a) lot = veel
10. Hoe ingewikkeld kan het zijn: genegenheid die niets voorstelt: LOVE – N en E: liefde en (nog) geen punt in het tennis; F: voltooid deelwoord van lover = oprollen (van een snoer of een kabel bv.)
12. Korte rondetijden zijn typisch Scandinavisch: LAPS – N: uit Lapland, F: un laps de temps = tijdsverloop, periode, E: ronden (in de sport)
13. Deze omroep draaide onze nummers: NOS – N: omroep (nu de NPO), F: bezittelijk voornaamwoord: ons, onze, E: afkorting van numbers
14 Haak in om de plantengroei te bevorderen: ENTER: N: bevelende wijs van enteren (een vijandelijk schip aan boord klampen en beklimmen), F: enten (een loot van de ene plant op een onderstam van een andere aanbrengen om de eerste beter te doen groeien), E: binnengaan, aan iets beginnen
15. Een hemelse verschijning met een hoekig wapen: ANGEL – N: verdedigingswapen van een insect; F: lijkt op angle (hoek) – vandaar hoekig; E: engel
17 Vogels en baksels met een nare geur: PIES – N: urine (ruikt vies), F: eksters, E: taarten
19. De bordspeler kon, nee moest, hierin blijven tot er verlossing kwam: PUT – N: vakje op het ganzenbord; F: derde persoon enkelvoud van de verleden tijd van pouvoir = kunnen; E: stay put = blijven waar je bent.
20. Musical om (af) te kammen: HAIR – musical uit 1967, F: haïr = haten; E: hair = haar
21. Voor het plakken tik ik op de band: TAPE – N en E: kleefband, magneetband, muziekopname enz.; F: eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van taper = tikken, slaan
23. Moge zij het zuiver en ordelijk aanleggen: MERE – N: aanvoegende wijs van (aan)meren; F: mère = moeder en ook hoofd van een klooster; E: louter, enkel en alleen
25. Of haar advies zo waardevol is... OR – N: ondernemingsraad, F: goud, E: of
26. De staf houdt van deze sport: LACROSSE – balsport, gespeeld met 10 spelers per team, die voorzien zijn van een stick met een netje eraan. In het Frans is een crosse een bisschopsstaf.
28. Dit kruid is verwant aan brave hendrik, zo wil het verhaal: SAGE – N: oud verhaal, legende; F: wijs, verstandig, zoet, braaf; E: salie
30. Een heraut aan de weg naar het zuiden: LYON – stad aan de Route du Soleil; E: wapenkoning, Lord Lyon: hoofd van de herauten in Schotland

Verticaal:
1. Wat een strijd levert de agent uiteindelijk! BOUT – N: agent; F: (uit)einde; E: gevecht, aanval
2. Een uitstekend hoofddeksel: CAP – E + N: pet (to cap kan behalve bedekken ook overtroeven betekenen); F: kaap. TOP heb ik ook goed gerekend, want dat is ook een hoofddeksel en wordt in het Frans ook gebruikt om iets voortreffelijks aan te duiden.
3. In die palm zit een vreemde vogel: COCO – Coco is de naam van een vogel die de hoofdrol speelt in een aantal prentenboeken van Loes Riphagen; N: papegaai, kerel, kwant; F: rare of zelfs gevaarlijke snuiter; E: kokospalm.
5. Feestelijk slingert het pad van glanzend steen naar de vijver: SERPENTINE – N: feestartikel; opgerolde strook papier; F: serpentijn (gesteente); E: to serpentine = slingeren; Serpentine is de naam van een vijver in Hyde Park.
6. De linke jongens zijn ervandoor met de dossiers: FILES – N: bestanden; F: filé = voltooid deelwoord van filer = o.a. rennen, vertrekken; E: file = map, klapper enz., maar ook (in slang) linke jongen.
9. Leer de vaart erin te houden op het spoor: TRAIN – N: bevelende wijs van ‘leren door te oefenen’; F: o.a. gang, manier van lopen; E: trein
10. Dit meisje spreekt onwaarheid op morsige gronden: LIES – N: meisjesnaam; F: meervoud van lie = droesem, grondsop; E: leugens
11. De afloop maakt gelijk een opening. Wat een opluchting! EVENT – N: nevenvorm van effent; F: évent = luchtkanaal; E: uitkomst
12. Die muzikale stad ligt daar, in Amerika: LA – N: la = muzieknoot; F: là = daar; E: L.A. = Los Angeles
16. Plaats eens een onderstel in je testament: LEGS – N: leg ‘s; F: erfenis, nalatenschap; E: benen
18. Dit dronk de zanger volgens zijn voornaam: THE – verwijzing naar de zanger Thé Lau; F: thé = thee; E: lidwoord the
19. Gebed van een ouwe roomse heer: PATER – N: geestelijke, F: gebed dat begint met Pater noster: E: (slang) ouwe heer
22. Een stakerige vriend van stavast: PAL – N: verwijzing naar ‘pal staan’; F: stok, staak; E: makker, kameraad
24. De bloem kwam op in een zachte tint: ROSE – N: rosé – lichtrood (van wijn of vlees); vroeger mocht de kleur roze ook als rose worden geschreven; F: rose = roos; E: verleden tijd van to rise = opstaan, omhoog komen
27. Kan uitstekend als dekmantel dienen: CAPE – N: kledingstuk; F: sous cape = in het geheim; E: kaap
29. Zo heet die jongen: GUY – F: jongensnaam, afgeleid van Guillaume (Willem); E: jongen

Rest mij de schone taak de prijswinnaars te noemen. De boekenbon van € 17,50 is gewonnen door Cees Otto uit Oegstgeest. De bon van € 12,50 is voor Marcel Vinjé uit Oostburg en het boek – over het ‘franglais’ – zal ik sturen naar Melle Hijlkema in Hantumhuizen.

Graag tot een volgende keer,

Nannie