Gronings Duogram 5


De boekenbonnen zijn gewonnen door:
Leo en Ria LeLarge uit Delft (17,50 Euro)
Piet Bostelaar uit Voorburg (12,50 Euro)
Van harte gefeliciteerd.

scorelijst

Tussen [ ] is fout.

WILLEM EDUARD KEUNING
(Pseudoniem: Willem de Mérode)

1. De oever van een rivier (4)
WAAL
Waal= wal
2. Een heel mooi eiland (6)
SCHIER
Schier= prachtig
3. Stoeien doe je in een molen (5)
MALEN
Malen= stoeien
4. Een klodder van een vogel (5)
KLUUT
Kluut= kluit
[kloet 12x] [kluit 2x] [klont 1x]
Veel Groningers zeggen kloet of kloede, maar in West-Groningen is het kluut.
Een kloet is in het Nederlands en/of het Gronings geen vogel.
5. Halfgaar middel om een paard te leiden (4)
TETS
Tets= leidsel
Tets= niet goed doorbakken (Van Dale)
6. Verschijnen in dorpscentra (6)
KOMMEN
Kommen= komen
[kommem 1x]
7. Een boom in een Drentse plaats (7)
VLEDDER
Vledder= vlier
8. Eten serveren leidt tot dik worden (8)
OPDIENEN
Opdienen= dik worden
9. Zwijgen is niet verkeerd (4)
GOUD
Goud= goed
Spreken is zilver, zwijgen is goud
10. Een klap met een schop (4)
BATS
Bats= klap
11. Het schreeuwen van wilde dieren (5)
BEREN
Beren= schreeuwen
12. Dit kledingstuk is een overtreding op het voetbalveld (5)
HANDS
Hands= want, handschoen
13. Het accepteren van snoepen (7)
SLIKKEN
Slikken= snoepen
14. Drank van een vrucht (4)
NEUT
Neut= noot.
[teut 1x]
15. Kijk aandachtig naar touw! (4)
TUUR
Tuur= touw
16. Reuzen aangeven (6)
LANGEN
Een paar inzenders vermeldden dat het woord ook voorkomt in hun streektaal.
Van Dale:
Langen= (verouderd) aangeven, overreiken (och, lang mij even dat boek)
Mijn vader gebruikte altijd langen in de betekenis van: hand geven.
Hai langde mie de haand (hij gaf mij een hand)
Van Dale:
Aanlangen= (literaire taal, gewestelijk) aanreiken
En aanlangen gebruikte mijn vader voor aangeven.
Lang mie dat ais aan (geef mij dat eens aan)
[langer 1x] [linken 1x]
17. Tweede en derde persoon (2)
IE
Ie= u
Ie= vorm van hij (Van Dale)
18. Potverdorie, je ziet steeds minder (7)
BLINDER
Blinder= allemachtig
19. Bukken in scheepsruimtes (6)
BOEGEN
Boegen= buigen