Pentagram 7

A. Moeilijke problemen
1. Bijvoorbeeld mondeling eczeem (13) ? examenuitslag
2. Sterrenkundige zonde (13, 6) ? astronomische schuld
3. Studie van treurigheid in mij aan de piano (9) ? Tristesse
4. Academische obsessie (20) ? universiteitscomplex
5. Mathematisch gezwel (15) ? wiskundeknobbel

B. Innerlijke tegenstrijdigheid
1. Liefde erbij in het water (7) ? meermin
2. Afgemat en ploeter met vrucht (9) ? moesappel
3. Komt uit een Super Soaker (9) ? vuurwater
4. Niet werkend en hard werkend ter beschutting (6) ? lui-fel
5. Gaat helemaal over de kwestie hoe dubbel je tegen je glas aan kijkt (8) ? volledig

C. Kleurrijke figuren
1. Die kano is nat achter de oren (2, 6, 12) ? De Groene Amsterdammer
2. Inwoner van het Verre Oosten die desondanks niet geel is (4, 5) ? Rode Khmer
3. Van binnen smurf, maar toch verheven zijn (5, 5, 6) ? blauw bloed hebben
4. Speedmaker (3, 2, 4) ? Jan de Bont
5. Kustbezoeker onder Kok (6, 11) ? paarse strandloper

D. Vorstelijke schaakstukken
1. Onmiddellijk verliesgevend stukoffer bij Shakespeare (2, 7, 3, 1, 5) ? My kingdom for a horse
2. Lichtgevend schaakstuk van de Koning der Koningen (7) ? lampion
3. Vorstelijk ♀ schaakstuk (7) ? hofdame
4. Lid van vorstenhuis heeft in Engeland toepasselijk schaakstuk (5, 9) ? Royal Haskoning
5. Vorstelijk schaakstuk dat rechtuit vanaf de A1 in Apeldoorn is beland (12) ? Julianatoren

E. Valse ruimtes
1. Pretendeert een opbergruimte in Haarlem te zijn (12) ? Toneelschuur
2. Bedrieglijke bereidingsruimte (11) ? droomkeuken
3. Ruimte die maar doet alsof hij bovenkamer is (11) ? speelzolder
4. Onecht voorportaal (8) ? Kunsthal
5. Pretendeert een vertrek voor de crème de la crème te zijn (8) ? showroom

De nummers 4 leiden naar Rem Koolhaas.