Amatogram 30 Olympia-3


AM30 OLYMPIAMATOGRAM 3

Horizontaal: 11. de/je kop in het zand steken; 14. door het lint gaan; 16. spil; 18. het aan de stok krijgen met iemand; 21. oefenbaantje; 24. jeukpoeier; 26. hu; 26. het is een grote flop; 28. go; 29. allo; 30. wijd; 31. (+H8+H9) iemand over het paard tillen; (+V32) iemand beetnemen; 33. erezetel; 34. charges; 36. thee-uren; 37. item; 40. een loopje nemen met iemand. Verticaal: 1.lopende meter; 2. grijperkraan; 3. heenweg; 4. van zijn stokje gaan; 5. iron; 6. hint; 7. bliklopen; 10. belle; 12. slagzijde; 13. naploegen; 15. gekko; 17. bewapeningwedlopen; 19. enkelspeler; 20. vergooien; 22. evenwicht; 23. blinddammen; 24. Jut; 25. hordelopen; 27. pageturner; 35. elfje; 39. Eros.