Conundrum 13


Conundrum 13:

Horizontaal
1. BELASTINGVRIJE VOET
7. BORSTVERGROTINGEN, Els Borst
17. NIET VERDER KIJKEN DAN ZIJN NEUS LANG IS, myoop is bijziend is kortzichtig
21. GEËNT of GEEN T, geTransplanTeerd
23. ABONNEES
24. ARM
25. LAMZAK, regenjas voor lam
27. ZEBRA
28. ZOGKLIEREN schuim van de moedermelk [ZOGVLOEDEN,ZEGSLIEDEN]
32. GEEN BEEN OM OP TE STAAN HEBBEN
36. EENARMIGE
38. RUNNING MATE
39. ALSOF
40. GAS
41. UIT VOLLE BORST
43. IETS DOOR DE VINGERS ZIEN
46. IJSTANG
47. HAARZIEKTE, Lees "Niet correct zijn toepassen", niet "Niet alleen zijn gewoonten" [HATRZIEKTE]
49. GEN., in den beginne van Genesis waar in de beginne staat. [GIN,BAN]
50. PRIMEUR
51. HOEVE
52. HARTSTILSTAND
53. EURO, geld of benzine [EIRE]
54. SINJEUR
56. HUP
57. GEWETEN
58. TOQUE
59. LICHT AAN, actie van Min. V&W
61. KNECHT, wielerterm niet-kopman
62. ATE, de Griekse onheilsgodin, mix van onheil(ige) en (on)heilige [ASE,PIE,ADE,ANE]
65. EIERGARDE
67. KOE, Milka reclame
68. UIT HET OOG VERLIEZEN
69. RUG, door je rug (iets lichamelijks) gaan is pijnlijk [JUK]
71. STILET, steekwapen ingekorte stiletto?
72. HEI, blok en grond
73. MELKTANDEN
74. BALLAST
75. HAK, hij om dat je niet door iets onlichamelijks op de hielen gezeten kan worden.
76. BAREN
79. KNOOPMIER
81. DIJ
82. OPNAAISEL, stik(naai)-stof-verbinding [OPZANIKER]
83. INWORP
85. HANGIJZER
89. DOP
90. TOT OVER DE (je) OREN
92. PIJ-PLASSER of PIJP-LASSER [PIJPLASSSE]
93. BIJVOEDING
94. ZENUW
96. OVEREEN of OVER EEN
97. DE POT OP KUNNEN
100. STREMMING
101. LOR
103. VREETIJZER
104. BANKOVERVAL
106. TAPDANS
108. EREDIVISIE
109. LOOPS, oo- of oe-klank
110. NAGELBED
111. BUIKSPREKER [BUIKSPREKEN]
113. BALZAK
114. JULI, hooimaand
117. ONDER DE KNIE
118. IETS KUNNEN BEHAPPEN
122. ANANAS, of A na NAS (NASA)
124. MASSAGE-BED of MASSA-GEBED
127. ADEMHALINGSORGAAN
130. STROMANNEN katvangers die de vogeltjes kunnen verjagen.
133. BLIND
134. HET ACHTERSTE VAN DE (je) TONG
136. VINGERHOED
138. NEK, lichaamsdeel [BOK] [NUK]
139. HEB JE GEEN OGEN IN JE HOOFD?
142. WREEF, bovenkant voet of een keer wrijven [BENEN]
143. BIG MAC
145. VLINDERS IN DE (je) BUIK
146. ELF
147. AANSLAGREGELAARS, op typemachines, belastingambtenaren en terroristen

Verticaal:
2. ADRIE of A-DRIE, voornaam papierformaat [AARDE]
3. TEEN, van top tot teen [TIEN][TREE]
4. REËEL, RE-EEL noot-bier
5. ENDEMIE [ENDOMIE]
6. ENZ.
8. OPSLAGBEURT, o.a. bij tennis of volleybal
9. SLAGZIN
10. VIGOGNEWOL [VOGOGNEWOL]
11. RELIEKENBURSA
12. NIER, reinigt het bloed
13. EEN SLAG OM DE ARM HOUDEN, beperkingen voorbehouden
14. IN HAAR KRUIS GETAST [.. BETAST] [.. GRIJPEN]
15. DE MORGENSTOND HEEFT GOUD IN DE MOND
16. HET BEEN STIJF HOUDEN
18. VINGER IN DE PAP
19. KARAOKE
20. SOLO, Han in Starwars, Napoleon in The Man from U.N.C.L.E [SOLI]
22. DE BAARD IN DE KEEL
26. KLAPKUITEN, Dirk Kuyt die klapt voor het publiek. [KLAPZEIKER]
27. ZIJN OGEN DE KOST GEVEN
29. IEMAND EEN WARM HART TOEDRAGEN
30. TOT AAN ZIJN (hun) NEK
31. AMBTSKLEDEN
33. BEGROTINGSGAT
34. TUSSEN NEUS EN LIPPEN DOOR
35. SUF
37. PLAATS-TAAL of PLAAT-STAAL
42. TANDSPIEGEL
44. VORSTGEBIED
45. SCHRIJF HET (dat) MAAR OP JE BUIK!
48. ZICH IETS OP DE HALS HALEN
55. IE of I.E., hij of Internet Explorer
60. NIET AAN ZIJN TREKKEN KOMEN, trekken: slagen bij kaartspel [.. ZIJB ..]
63. TUINDIENST
64. COCAÏNELIJN
66. ELLEPIJP
70. NAKENDE MEISJES IN HET GRAS
77. AHA, (-ervaring)
78. ZIJN OGEN IN ZIJN ZAK HEBBEN
80. IETS OP ZIJN LEVER HEBBEN
84. OSS-ENAAR of OSSEN-AAR [OSSENNAR, OSSENWAI]
86. UREN IN DE WIND STINKEN, koe-koek is koeienvlaai
87. ZIJ
88. IN EN UIT LOPEN, kind aan huis of IN- EN UITLOPEN de voorbijgaande aard. [IN ONMIN LEVEN]
91. VOETBALLEN
92. PIK
94. ZAVELBOOM
95. WAT IS ER AAN DE HAND?
98. OPA [O?A]
99. UIT HET BLOTE HOOFD
102. REUZE
105. LAPJE
107. POE
112. KIN
115. STOMER
116. OPGANG
119. UIL, de Gouden Uil boekenprijs [URL]
120. NON [N?N]
121. HYGRO-, voorvoegsel [HAGRO]
123. STENBERG, Berdien
125. SNIKKEL
126. EETFEEST
128. INVENTIE [INVENTIN]
129. GENOEGEN [GENOEGES]
131. SCHEEN
132. AVERELL, de grootste Dalton uit Lucky Luke [TVBEELD]
133. BONS [BOBO]
135. TINEKE, Ton en Tineke stripverhaal
137. WAARD, roet in 't eten kan (figuurlijk, niet letterlijk,) een gevolg zijn van buiten de waard (hij) rekenen [KAARS, HAARD, MAORI]
140. GRUT, van de grutter?
141. FLAP, FLAP papiergeld, OORTJE muntgeld samen FLAPOORTJE
144. CEL, (little) grey cells van Sherlock Holmes (of Poirot). [LEL]