Conundrum 18
Conundrum 18
Er zijn globaal gezien 8 methodes gebruikt om
fouten te maken:
1. lettervervanging: neuzel, reuzel = ongel, orgel.
(N-R)
2. letterverwisseling: privéondebwijs,
privéonderwijs = bijles, rijles. (B-R)
3. positievervanging: mouw, touw = koord, moord
(M op 1)
4. verdwenen positie: rap, trap = ladder, adder (-
1e)
5. extra letter: snaarinsttrument, snaarinstrument =
lier, liter (+T)
6. letter(greep)wissel: be-der-or-waar-de, or-de-bewaar-
der = a-g-e-n-t, e-t-a-n-g of hret, hert = ree,
ere
7. letterver-dubbeling/enkeling: hoofdoelpunt,
hoofddoelpunt = inkopper, inkoper
8. verdwenen letter: toespaak, toespraak = rede ,
ede (-r)
omschrijving
bewerking (methode)
bijpassende hint; OPLOSSING [FOUTEN]
H1 :Neuzel. (5)
[n=]reuzel: o[n=]rgel (1)
4. Blaaspijpverzameling.; ORGEL
H4 :Mouw. (5) (3)
[m=]touw: [k=]moord
23. Hierna heb je geen leven meer.; MOORD
H7 :Langheid. (5)
[l=]bangheid: fo[b=]lie (2)
52. Verpakking die het ingewikkeld maakt.; FOLIE
H10 :Rouw van Zeus. (3)
[-v]rouw van Zeus: [-h]era (4)
58. Zo langdurig werd die margarine niet verkocht.;
ERA
H11 :Bederorwaarde. (5)
[~or(a)de(g)be(e)waar(n)der(t)]: agent ~ etang (6)
38. Meer zout bij het strand.; ETANG
H12 :Tommiteit. (5)
[-s]tommiteit: [-f]later (4)
24. Hij doet 't (nog) niet.; LATER
H13 :Teentje
[-s]teentje: [-k]eitje (4)
54. Voor een kip is dit een fluitje van een cent.;
EITJE
H14 :Kers. (3)
[k=]pers: [k=]pat (1)
15. Een plaatsgebonden monarch die niet uit het
veld is geslagen.; PAT [PST,POT,PUT]
H15 :Rap. (5)
[-t]rap: [-l]adder (4)
40. Onaangename verrassing die je bekruipt als je
het gazon niet maait.; ADDER
H17 :Larm. (5)
[-a]larm: [-s]irene (4)
44. Praat (niet) met bomen over vrede.; IRENE
H18 :Gebrakje. (5)
geb[+r]akje: so[+r]es (5)
45. Problemen die hun oorsprong in Israël
hebben.; SORES
H20 :Indoneesiër. (9)
indon[+e]esiër: bali[+e]nees (5)
33. Klanten zijn er niet mee geholpen als hij op de
counter speelt.; BALIENEES
H24 :Hoofdoelpunt. (7)
hoof[-d]doelpunt: inko[-p]per (7,4)
25. Hij doet geen aanschaf in de openlucht.;
INKOPER
H28 :Maxinmum. (5)
maxi[+n]mum: ta[+n]ks (5) (Aan zijn taks zitten)
57. Worden voor de strijd gevuld met diesel.;
TANKS
H29 :Slork. (5)
slo[+r]k: te[+r]ug (5)
46. Siuht.; TERUG (weer thuis)
H30 :Knaad. (5)
k[n=]waad: [w=]noest (2)
36. Kwast die met toewijding strijkt.; NOEST
H31 :Gieter. (7)
giete[n=]r: rege[n=]ren (1)
55. Vooruitzien.; REGEREN
H33 :Helte in huis . (9)
huis-h[e=]olte: pand-[o=]eksel (2) (armenhuis was
te cryptisch)
30. Kan een bosgod op zijn neus krijgen.;
PANDEKSEL
H36 :Lanjer. (5)
[l=]kanjer: ko[l=]kos (1)
40. Tropische verrassing die aan de voeten prikt.;
KOKOS
H39 :Poeac derkooltief. (5)
[ac(n)tief(o)kool(r)poe(i)der(t)]: norit ~ intro (6)
43. Zet zich in voor de muziek.; INTRO
H41 :Tlouw. (5)
t[l=]rouw: k[r=]lant (2)
34. Koning.; KLANT
H44 :Pats. (3)
[p=]rats (bn.): [r=]pas (2)
3. Bij een quiz is dat antwoord (niet) juist.; PAS
H45 :Kreten. (5)
k[+r]eten: b[+r]oei (5)
2. (Veroorzaakt een) rothitte.; BROEI
H46 :Eilend. (5)
[-z]eilend: [-v]arend (4)
13. Die jongen woont te Horst.; AREND
H47 :Tussenvulling. (5)
[t=]kussenvulling: kapo[k=]t (2)
39. Olifantencondoom.; KAPOT
H48 :Hret. (3)
h[re]ert: [~re]ere (6)
7. Daar wordt een traditie in gehouden.; ERE
H49 :Vertrekken. (5)
[-o]vertrekken (van kussens): [-s]lopen (4)
48. Succesvol als een trein.; LOPEN
H50 :Kamereden. (5)
kamer[e=]aden: m[a=]eten (2)
56. Weten.; METEN
H51 :Privéondebwijs. (5)
privéonde[b=]rwijs: [b=]rijles (1)
18. Filevorming.; RIJLES
V1 :Adhuis. (5)
[-st]adhuis: [-st]opera (4)
49. The Marx Brothers en Queen brachten daar de
nacht door.; OPERA
V2 :Geraamde. (5)
geraam[d=]te: graa[t=]d (2)
14. Die maat zit in de hoek.; GRAAD
V3 :Ader. (5)
[-d]ader: [-p]leger (4)
42. Plek voor een hazenslaapje.; LEGER
V4 :Kuantanase. (7)
Kuantan[a=]ese: Mal[e=]aise (2) (Kuantan is een
plaats in Maleisië)
11. Depressie waar je een aandeel in hebt.;
MALAISE ('kunt hebben' was beter)
V5 :Loep. (5)
[-s]loep: [-b]ootje (4)
22. Hierin neemt men je beet.; OOTJE
V6 :Doopmitueel. (9)
doop[m=]ritueel: do[m=]rpeling (1)
26. Hij is plaatselijk niet groot.; DORPELING
V7 :Fiks. (5)
[f=]niks: [n=]fiets (2)
41. Oud leermiddel dat je in vervoering moet
brengen.; FIETS
V8 :Snaarinsttrument.
snaarins[+t]trument: li[+t]er (5)
12. Die eenheid vocht in heel Europa maar (nog)
niet in het Verenigd Koninkrijk.; LITER
V9 :Innen. (5)
[-z]innen: [-r]egels (4)
27. Stekeligheden.; EGELS
V16 :Oplossing van Columbbus. (3)
Colum[+b]bus: e[+b]i (5)
8. Daarin is Smolarek(s zoon) opgenomen.; EBI
V19 :Toespaak. (3)
toesp[-r]aak: [-r]ede (8)
37. Ligt ten noorden van het land van belofte.;
EDE
V20 :Landtbouwer. (5)
land[+t]bouwer: bo[+t]er (5)
53. Voedsel dat met suiker wordt ingemaakt.;
BOTER
V21 :Bakkrediet. (5)
ba[-n]kkrediet: leni[-n]g (8)
9. Dat is iemand die dubbel ligt van het lachen.;
LENIG
V22 :Rosjongen. (5)
ro[s=]tjongen: et[t=]ser (2)
35. Kunstenaar die zijn daden moet bezuren.;
ETSER
V23 :Suske en Woske. (5)
Suske en W[o=]iske: str[o=]ip (1)
16. Een tegenvaller voor mannen in pak.; STROP
V25 :Nierenverzameling. (5)
[n=]dierenverzameling: ku[d=]nde (2)
51. Typevaardigheid.; KUNDE [KUNNE]
V26 :Roittort. (5)
[~trott[~io]r]: [~st[~eo]p] (6)
19. Gebakken familie van de gestoofde kool.;
POETS
V27 :Poot. (5)
Poo[t=]k: ra[k=]tel (2)
1. (Geluid) waar uiteindelijk sommige sissers mee
aflopen.; RATEL
V29 :Niet veelwekend. (9)
niet veelwe[k=]tend: [k=]tennisarm (1)
5. Blijf je als je niet het talent van Federer of Henin
hebt.; TENNISARM
V32 :Dehalve. (3)
de[-r]halve: e[-r]go (8)
32. Kijk naar jezelf.; EGO
V34 :Onbrengen. (7)
o[n=]mbrengen: [m=]noorden (2)
29. Is aantrekkelijk voor een kompas.; NOORDEN
V35 :Ron. (3)
[~ron]nor: lik ~ kil (6)
21. Het is koud bij Dordrecht.; KIL
V36 :Muziekpand. (5)
muziek[p=]band: ka[p=]bel (1)
28. Is (niet) geschikt voor de doorgifte van Kink
FM.; KABEL
V37 :Aannschaf. (5)
aa[+n]nschaf: k[+n]oop (5)
27. In die afstand zitten de moeilijkheden.; KNOOP
V38 :Hoooiwagen. (5)
hoo[+o]iwagen: spi[+o]n (5)
6. Bondgenoot van James.; SPION
V40 :Ooft. (5)
[-r]ooft: [-s]teelt (4)
10. De verbouwing van een boerderij.; TEELT
V41 :Plant. (5)
[p=]klant: ko[p=]ker (1)
31. Keukenrol.; KOKER
V42 :Opstandig. (5)
o[p=]mstandig: a[m=]ppel (2)
17. Eetbaar beroep.; APPEL
V43 :Rukjes. (5)
r[u=]okjes: t[u=]otus (1) (totus tuus=geheel de
uwe)
20. Geheel niet de uwe.; TOTUS [TUTU'S]