Dirigram 2


Dirigram 2

HORIZONTAAL:
1. BOEZEM
10. DWARS ('dubbel en dwars') [DRAWS, DIAKS]
11. SLAGWERKSTER (soort=slag, bij=werkster) [SLAGWERKER]
13. LAWAAI (achter op: oplawaai)
14. IMMER (Latijnse mistekst: tot in de eeuwen der eeuwen')
15. ESTAMPIE (anagram, oude dans uit Frankrijk)
16. LEKSUIKER ('Wijks' is een verwijzing naar de Lek, die bij Wijk bij Duurstede de taak van de Rijn overneemt, glucoseprobleem is 'suiker') [ZAKSUIKER]
17. DIACONIE (=armenzorg) [DIAFONIE]
18. WINDJAMMER (met anderen jazz improviseren is jammen, Beaufort verwijst naar wind, en het Beauforthuis is een concertgelegenheid –met regelmatig jazzprogramma’s- in Austerlitz)
19. KNIE (gamba is een 'knieviool')
20. ASSAI (Massai - M, versterkende term in muziekale aanduidingen)
21. ACC. (> is een muzikaal accent, - ent) [AFL]
23. GREBBEBERG
24. FINE (muiekterm om het einde van een compositie aan te duiden) [TIME]
25. ECHOGRAM
30. DWEILORKEST
33. NASLAG (muzikale versiering) [NASAAL]
34. DRIEPARTIJENREGERING
36. MUTATIEBESTAND (stemwisseling is mutatie, data had niets met de kalender te
maken, maar met een computerbestand)
37. DROMEN
42. NARCOSEBROEDERS
44. GAMBA (instrument en garnaal)
45. OORDOP [DOODOP, OOGDOP]
46. SOLOKLAS (lijkt nogal tegenstrijdig)
47. O.L.V. (Onze Lieve Vrouwe / onder leiding van)
49. AMBTENARIJ (ambten voor A-rij)
50. RECITEREN (re is weer, citeren is aanhalen) [REDIGEREN]

VERTICAAL:
2. OCTAVEREND INSTRUMENT (Van Dale geeft dat een instrument dan acht tonen
lager klinkt, maar het kan ook hoger zijn) [OCTAVALENT INSTRUMENT]
3. ZWAARSTWEGEND (zwaarst-weg-end) [ZWAARWEGEND]
4. MUSICIENNE
5. HARMONICAGAAS
6. OSIRIS (godheid wordt aanbeden, os-iris)
7. BALLETJE-BALLETJE (rondje + dansje -met andere klemtoon- , samen bedrieglijk spel)
8. MEESTAMPER (meest-amper) [MEESTAMPEN, NEESTEMMEN]
9. STEPDANS [STAPPANS]
10. DRIEKONINGENLIED
12. KAASDRAGERS (atlas is drager/wervel, traditie in Alkmaar)
22. CD (plaatje, in het absoluut gebruikte do-re-mi-systeem geldt: C = do, D = re) [LP]
26. HZ (toonhoogte ofwel frequentie wordt aangegeven met de eenheid Hertz; (afge)kort
Hz: de vaak gekozen oplossing HF -hoogfrequent is niet juist, het element 'hoog' in
de omschrijving zou dan zeker vermeden zijn) [HF, HI]
27. DE MAAT HOUDEN
28. DRIEDEURS
29. TAILLE (middel / tenorstem in zekere compositietechniek)
31. EERSTGEBOREN (Jakob en Ezau, zie Genesis 27)
32. TEGENMELODIE (een 'eigenwijze' wijs tegen de hoofdmelodie in)
35. ENTERTOETS
38. REGISTER (twee betekenissen)
39. MAMMON ('pop-idool' = geld-afgod, hier moet een dubbelslag gemaakt worden) [MAMNON]
40. NAAMVAL
41. PSALMEN / PSALTER ( Psalmen was mijn bedoeling: onderdeel van de Schrift, dus een bijbelboek. Van Dale geeft bij 'psalter': het boek der Psalmen. Dus zijn die woorden volstrekt gelijkwaardig. Beide zijn goedgerekend.)
43. EXPORT
48. IMF ( 999 in Romeinse cijfers: IM, F is Forte -sterk muz.)