Duits Duogram 21


Horizontaal:
4 dertiger/ Der Tiger
7 nerven
8 Eren
10 geil
11 Kongolese
13 Heten
14 Flutlicht
17 Acht
18 portieren
20 Kerf
25 Rem
27 Printen
30 ALG
31 ui
32 Er
33 Kiek
34 ever
36 Despot/ de spot.

Verticaal:
1 Kran
2 Binde
3 regelrecht
4 devalvieren/ de val vieren
5 Zeug
6 Mensen
9 Holler
10 Ge
12 Schenker
15 TUI
16 spreu
17 Aar
19 tippen
21 EN
22 Frist
23 Takt
24 B.G.G.
26 mies
28 I.O.
29 telen
35 KP.