Gronings Duogram 1


Gronings Duogram 2 komt waarschijnlijk op maandag 8 maart 2021.

De boekenbonnen zijn gewonnen door.
Rob van Merm uit Lougratte (Frankrijk) (15 Euro)
Diny Tinge uit Elburg (10 Euro)
Van harte gefeliciteerd.

scorelijst

De echte JCS-puzzelaars lieten zich niet afschrikken.
Bijna alle inzenders zijn ook oplossers van het Enigmagram.
De meeste inzenders hadden geen connectie met het Gronings.
Frappant dat er ondanks mijn berichten in de gastenboeken van Dagblad van het Noorden geen nieuwe inzenders uit Groningen waren.

Tussen [ ] is fout.

Bij twijfel Van Dale, WoordWaark of Groningsonline raadplegen.
Bij WoordWaark moet je een accent grave intypen, anders worden woorden zoals: wìnst, mìnnen, mìnsk en sìnt niet gevonden.
Bij Groningsonline hoeft dat niet.

AIN PRONKJEWAIL IN GOLDEN RAAND
(Uit het volkslied van Groningen)

1. Bijna zijde (4)
KANT
Kant= bijna
[kanty 1x]
2. Besmuikt lachen en toch verdrietig zijn (7)
KNIEZEN
Kniezen= gniffelen.
[krieten 2x] [grienen 1x]
3. Verlangen is mooi meegenomen (') (5)
WINST-WÌNST
Wìnst= verlangen, heimwee.
4. Beetje vocht waar je overheen kunt stappen (7)
DRUPPEL
Druppel= drempel.
5. Korte vermaning voor een kind om te gaan zitten (7)
PREEKJE
Preekje= kinderstoel.
6. Handelen in de olie (4)
DOEN
Doen= dronken.
7. Lichaamsdelen die potentie hebben (6)
KINNEN
Kinnen= kunnen.
[kunnen 9x]
8. Buigen voor vis (6)
BUKKEN
Bukken= bokking.
9. Halfzachte zoen (6)
DOETJE
Doetje= zoen
10. Watersport vind je in het museum (6)
DOEKEN
Doeken= duiken.
11. Toon een krot (5)
KWINT
Kwint= krot
12. Doet de wind door koren (5)
WAAIT
Waait= tarwe.
13. Zien doe je met een camera (6)
KIEKEN
Kieken= kijken.
14. Erg uitgeslapen (4)
SLIM
Slim= erg.
[klip 1x]
15. Mensen die pijn hebben (6)
LIEDEN
Lieden= lijden
[pienen 1x] [pieper 1x]
16. Schip dat nog niet zo oud is (4)
JONK
Jonk= jong.
[jong 1x]
17. Inhoudsloze verdieping (6)
LEEGTE
Leegte= laagte.
[leegt 1x]
18. Hij handelt in metaal of metalen, als de prijs gunstig is (9)
GOUDKOPER
Goudkoper= goedkoper.
Een goudkoper koopt goud.
Goud en koper zijn metalen.
[goedkoper 9x] [loodkoper 1x]
19. Het is wel vis (3)
AAL
Aal= wél
[alle 1x] [mul 1x]
20. Monopolistische vrucht in Utrecht (5)
NEUDE
Neude= noot.
Straat bij het monopoliespel
21. Houden van het binnenhalen van de oogst in vroeger tijden (') (6)
MINNEN-MÌNNEN
Mìnnen= (paarden) mennen.
Het werd/wordt gebruikt in de betekenis van: de oogst binnenhalen.
Ook in het Nederlands bestaat het woord mennen:
Van Dale: mennen (m.betr.t. graan of hooi) binnenbrengen; de boeren zijn aan het mennen.
Zelfs nu het niet meer met een paard gaat, wordt het nog wel mìnnen genoemd.
Ook het Engels kent een soortgelijk verschijnsel.
In de USA heet de vakbond voor vrachtwagenchauffeurs nog steeds Teamsters.
Team komt van “team of horses”.
22. Vrouw uit Wit-Rusland (') (5)
MINSK-MÌNSK
Mìnsk= vrouw of mens.
23. Zit je op in een boerenschuur (10)
ACHTERDEEL
Achterdeel= vloer achter de koestallen.
24. Daar wordt iets verkocht in de tijd van het jaar (5)
MAART
Maart= markt.
25. Spek met een bepaalde inhoud (4)
KAAN
Kaan= kan= liter.
26. Erg zuinig cadeautje van een kindervriend (') (4)
SINT-SÌNT
Sìnt= cent.
27. Vel op het hoofd (4)
HOED
Hoed= huid= vel.